Sterke vrouw Sabrina vertelt over het overlijden van haar man en de community die ze daarna oprichtte

Sterke vrouw Sabrina vertelt over het overlijden van haar man en de community die ze daarna oprichtte

Beluister de podcast hier : https://mariemero.podbean.com/e/sabrina-over-het-o...

Annemie: Dag Sabrina

Sabrina: Dag Annemie

Annemie: Sabrina, jij was 35 toen jouw leven compleet veranderde, je werd weduwe.

Sabrina: Een jonge weduwe

Annemie: Ja, wat wij associëren een weduwe heel vaak met oudere mensen. Maar er zijn ook jongere mensen die hun partner verliezen.

Sabrina: Ja, heel veel jonge mensen.

Annemie: Wat is er gebeurt?

Sabrina: Mijn partner is overleden toen ik 35 was.

Annemie: Abrupt?

Sabrina: Aan zelfmoord.

Annemie: Ja, dat is heel heftig.

Sabrina: Ja inderdaad.

Annemie: Je hebt een kind, hoe oud was hij/zij?

Sabrina: Hij was toen bijna zeven.

Annemie: Ja, en wat is dat dan, als jonge vrouw in een jong gezin, zoiets dat echt een bliksem inslaat?

Sabrina: Je zegt het zelf he, tis een bliksem die in slaat. Je leven stopt, en je moet jezelf terug bij elkaar rapen en proberen er weer iets van te maken. Terwijl alles anders is, niets in nog hetzelfde gebleven.

Annemie: En ook, de dood die zo ineens aan de deur komt kloppen. Herinner jij je eigenlijk nog iets van die eerste periode?

Sabrina: Automatische piloot, dat is meteen op automatische piloot.

 

Annemie: Je schakelt gewoon over naar een andere modus?

Sabrina: Ja ik kan het niet anders zeggen, je schakelt over op een automatisch mechanisme zoals ademen. Ja, dat is iets die natuurlijk komt en heel basic, maar het helpt je wel vooruit.

Annemie: Het is een overlevingsmechanisme?

Sabrina: Ja, inderdaad

Annemie: Je blijft functioneren, je blijft ademen, je blijft ook voor je kind zorgen?

Sabrina: Ja dat moet he, dat blijf je zeker doen. Dat helpt je ook vooruit.

Annemie: Een zelfdoding dan ook nog, een extra pijnlijk aspect.

Sabrina: Absoluut, zeker als je dan in de afscheidsbrief leest dat hij worstelde, al twintig jaar lang, met een onstilbare razernij in z'n hoofd. En dat hij dat niet meer wou, dat hij wou dat dat stopte. En dan dach ik van, maar waarom heb ik dat nooit geweten?

Ik had misschien kunnen helpen. Ik had andere dingen, ja andere mensen kunnen inroepen, hulp halen, hulp.. Maar ja, het viel echt als een bliksem uit de hemel.

Annemie: Maar je verwijst wel naar die brief, dat wil dus wel zeggen dat je in die brief dingen las die je eigenlijk niet wist.

Sabrina: Nee inderdaad, nooit geweten dat dat zo veel was. Nooit geweten.

Annemie: Ja, dat creëert, kan ik me voorstellen, nog een extra element om te vernemen dat de persoon waar mee je samenleefde iets...

Sabrina: Ja daar zat nog een extra dimensie achter, waarvan ik niet het minste vermoeden had dat dat zo diep zat en al zo lang aanwezig was. En wat doet dat mij, of wat deed dat met mij? Ja dat slaat over he, dat is ongeloof van 'dit kan niet, wat is dit'? Ja compleet ongeloof, onbegrijpelijk. Dat ik dat niet gezien heb, dat ik dat nooit geweten heb, dat ik dat niet mocht weten.

Ja, om mij of om ons gezin niet extra te belasten met zijn rugzak, met wat in zijn hoofd speelde.

Annemie: Ik kan mij voorstellen, een overlijden tout court, in welke omstandigheden dan ook. Dan ga je een heel gamma van emoties door, onbegrip, woede,... Je stelt jezelf in vraag, je moet ook overleven. Die periode van rouw, die eerste periode, hoe lang duurt die?

Sabrina: Goh, die eerste periode is heel rauw. En dan spreek ik over rauw met a-u. Dus rouw is rauw.

Annemie: Rauw met a-u is heel pijnlijk.

Sabrina: Ja, dat is echt die bliksemschicht, dat ongeloof

Annemie: Je huis is kapot

Sabrina: Ja, tot op de fundamenten he. Dat is heel rauw, want je weet dat je alles terug gaat moeten opbouwen en dat niets nog hetzelfde gaat zijn.

En op het moment zelf besef je dat niet he, dat is achteraf dat je daar meer over kan nadenken. En ook, je doet maar wat he en je weet niet of je daar goed mee doet.

Je probeert en je valt terug, en je botst met je hoofd tegen de muur, maar je doet verder. Ik heb er altijd voor gekozen om verder te doen, stoppen was geen optie.

Annemie: Misschien is verder doen ook wel gewoon een manier om te overleven.

Sabrina: Ja dat was een automatische, zoals ademenen, dat was gewoon "verder doen".

Annemie: En die eerste rauwe, rouw dan, als ik het zo mag noemen? Wanneer komt daar terug een beetje meer rust in?

Sabrina: Goh, je hebt natuurlijk het rauwe, en dan het iets minder rauwe en dan heb je zo iets van "ok, het zal me wel lukken". Dat eerste rauwe, een jaar.

Annemie: Dat eerste rauwe, is een jaar gewoon overleven.

Sabrina: Ja, dat is gewoon overleven, en ik durf er ook niet echt een jaar op zetten. Dat is ook voor elke mens anders.

Annemie: Ja, de tijd helpt wel. Het helpt wel dat daar een jaar over gaat, en dan gaat daar nog eens een jaar over.

Sabrina: Absoluut, de tijd heelt niet alles, maar de tijd heel wel veel. Want als ik nu iemand tegen kom, een jonge weduwe of weduwnaar, dan zeggen wij dikwijls, wacht. De tijd, het wordt beter. Dat is effectief zo. TIjd zorgt er voor, dat die scherpe rauwe randen, iets minder scherp zijn. Dat het ietsje ronder wordt, dat het iets minder aanwezig is.

Maar het blijft, het blijft aanwezig hoor. Die rugzak neem je mee he, die krijg je er niet uit. En dat is misschien maar goed ook, want het is een deel van je leven. Het is ook, dat wat er gebeurt is, dat zorgt er voor dat je een ander mens wordt. Dat is iets waar je mee aan de slag moet;

Annemie: En ben jij nog dezelfde Sabrina?

Sabrina: Nee.

Annemie: Je bent iemand anders geworden.

Sabrina: Ja, toch zeker een stuk veranderd. Natuurlijk zullen er zaken hetzelfde blijven he, maar ik leef nu meer vanuit mijn buikgevoel. Ik durf nu naar mijn buik luisteren, en vroeger was ik meer beredeneerd.

En nu, mijn keuzes die ik maak in het leven, probeer ik af te toetsen aan mijn gevoel. Zegt mijn gevoel "het is goed" dan denk ik, ja ik spring. En dat kan je zelden, ja ik heb er geen slechte ervaring mee. Het doet mij deugd om mijn buikgevoel te volgen.

Annemie: Hoeveel jaren zijn er sindsdien verlopen?

Sabrina: Bijna 12.

Annemie: 12 jaren. Zou je kunnen dat het nu allemaal een plaats heeft gekregen?

Sabrina: Neen, nee.

Annemie: Is dat ooit af dat werk?

Sabrina: Dat durf ik niet zeggen: ik kan alleen voor mezelf spreken. Is dat ooit af, ja. Maar er zijn altijd dingen: een liedje op de radio, een programma op tv, een zin dat je hoort. Dat zorgt er altijd voor dat je terug een beetje gekatapulteerd wordt, dat er altijd een link is met wat er gebeurt is. Dus een plaats krijgen ja, verwerkt, ja. Maar het is nooit afgesloten. Er is altijd - je draagt dat mee voor de rest van je leven.

Dat zit in je rugzak en dat komt er terug uit. En dat mag he, dat mag.

Annemie: Ik zei het daarnet al, een partner verliezen, wij associeren dat toch wel heel sterk met een zekere leeftijd. Voor een jonge vrouw zoals jij, 35 jaar, weduwe worden. Daar weten we toch niet zo goed blijf mee he.

Sabrina: Ja dat is, het is een beetje taboe he.

Annemie: Is dat zo, heb jij dat zo ervaren?

Sabrina: Allez, taboe misschien niet, maar de mensen weten niet goed wat ze moeten zeggen. Hoe ze daar mee moeten omgaan. Met de dood in het algemeen.

Annemie: Is dat zo?

Sabrina: Ik vind dat dat moeilijk is in onze samenleving. Verdriet, rouw, overlijdens. Dat is toch altijd moeilijk om daar over te praten. Van wat zeg je tegen iemand, die je gaat bezoeken van wie de echtgenoot net overleden is, wat zeg je daar tegen?

En stel dat die mevrouw begint te wenen, wat doen we dan? Dat lijkt zoiets, ja,...

Annemie: Heb je dat zelf ook ervaren? Dat mensen een beetje bang waren van de situatie? Dat ze niet goed wisten of jou niet zo goed durfden te benaderen?

Sabrina: Ja toch wel. Dat is altijd iets speciaals he, je was zo precies een vreemde eend he. Dat is zo iets die niet veel voorkomt. Of toch ogenschijnlijk niet veel voorkomt. Daar worden geen reportages over gemaakt, geen boeken over geschreven, dus de mensen kennen het niet.

En dan ineens komen ze met iemand in contact, wiens echtgenoot overleden is, ah oei, sorry. Ander onderwerp.

Annemie: Ja, en ze denken soms dat door er rond te gaan, door er niet over te spreken, dat ze jou gaan kunnen sparen. En dat ze misschien ook zichzelf gaan kunnen sparen.

Sabrina: Ik twijfel er niet aan dat het goed bedoeld is, het is sowieso goed bedoeld. Maar, het doet soms ook deugd om er over te praten. En dan het uit de weg gaan, ja. Soms is het fijn om verschillende keren uw verhaal te kunnen vertellen.

En dat is ook goed voor de verwerking he.

Annemie: Waar heb jij veel aan gehad? Vooral in die eerste moeilijke jaren. Wat deed jou deugd, kan je dat nog herinneren? Welke reacties of welke aanpak was goed voor jou?

Sabrina: Bijvoorbeeld mensen die een kommetje soep brachten, of mensen die langskwamen om gewoon, u gezelschap te houden. Heel gewone dingen he, niks groots of niks speciaals. Heel dagdagelijkse dingen.

Annemie: Dus wat je daarnet zei, dat ze komen, dat ze er zijn voor jou.

Sabrina: Ja en gewoon normaal doen. Het leven gaat ook verder he, doe normaal. En als we het er over willen hebben, dat we dat doen. Dan moet je eigenlijk niet veel zeggen, je moet gewoon luisteren. Dat deed het meeste deugd, dat je je verhaal kan doen. Je moet niet denken van "oei, wat moet ik zeggen, en als ze begint te wenen, wat moet ik doen?". Nee, laat dat los.

Annemie: Mensen denken vaak dat ze moeten helpen, of antwoorden moeten bieden of oplossingen reiken. Maar daar gaat het niet om.

Sabrina: Nee, het gaat gewoon om er zijn, en om te luisteren. Gewoon aanwezigheid, dat is enorme troostend.

Annemie: Ja, dat is in sé niet zo moeilijk, maar ik denk dat we af moeten van het idee dat we in zo'n situaties kunnen helpen of oplossingen kunnen aanreiken.

Sabrina: Nee dat hoeft niet, want daar is geen oplossing voor. Je kan niet helpen, maar wel door er te zijn.

Annemie: Je was een jongen weduwe, ook een jonge moeder. Hoe leg je zoiets uit aan je kind?

Sabrina: Goh, ja, dat is heel moeilijk he.

Annemie: De ene dag is die er nog, en de andere dag is die er niet meer.

Sabrina: Ja, klopt. Dat is een verschrikkelijke opgave om dat te moeten doen he. Ja "papa had een beestje in z'n hoofd". Ja ik weet nu ook niet meer hoe ik dat toen gezegd heb. Je zegt dat papa een beetje ziek was in zijn hoofd. Allez, dat klinkt nu heel negatief, het woord 'ziek"; Maar eer is iets in je hoofd, maar er ontspoord iets in je hoofd. Er is iets dat niet werkt zoals het hoort te werken.

Annemie: Ja, en ben je boos op hem geweest?

Sabrina: Boos, eumh. Ja, uiteraard he. Je gaat weer alle gevoelens van rouw door. Dan denk ik aan dat schema van rouw, dat blijft overeind.

Annemie: Ja dat blijft overeind. In het begin, het niet willen weten, het negeren, hopen dat je wakker wordt en dat het allemaal niet gebeurt is. Kwaad zijn.

Sabrina: Ja, ik heb dikwijls gedacht van "seffens gaat die met zijn boekentasje terug binnenkomen" of "ik sta in de badkamer, oh ik dacht dat ik 'm in de spiegel zag". Dan denk je, ik ben hier gek aan het worden he. Dus dat doet heel vreemde dingen met je.

Annemie: Ja, nu wat je mij nu vertelt is wel iets heel universeel. Maar je weet het soms niet omdat er weinig over gesproken wordt.

Sabrina: Ja, dat is een fata morgana he, een illusie. Maar dat is het verlangen naar, en dat wordt dan precies echt. Dat is heel gek, heel vreemd, heel shockerend. Dat is dan ineens in een droom, en dan is dat weg. Heel vreemd. Dat was in het begin vooral.

Daarna wordt het terug normaler, en kan je terug beginnen leven.

Annemie: Je hebt wel iets heel bijzonders gedaan, eigenlijk heb je met dat jong weduwschap, aan de slag gegaan. Je moet op de één of andere manier gevoeld hebben van "ik sta hier niet alleen in". Terwijl je er wel alleen voor stond. Hoe is dat idee gekomen om lotgenoten te gaan zoeken?

Sabrina: Heel toevallig via Facebook, ben ik in contact gekomen met lotgenoten, ook jonge weduwen.

Annemie: Ben je daar dan naar op zoek gegaan?

Sabrina: Nee, ik herinner mij niet meer hoe dat precies gegaan is. Maar ineens, ja, dat was een groep ergens en op een gegeven moment. Hoe zal ik het zeggen, je zoekt aansluiting bij een groep omdat je daar op dat moment nood aan hebt.

Annemie: Ook jonge weduwes.

Sabrina: Ja absoluut. Jonge weduwes, dus 20'ers en 30'ers. Dus lot- en leeftijdsgenoten. En we hadden een keer samen afgesproken. Ergens op een terrasje iets eten, van elkaar eens wat beter leren kennen. En ineens kregen wij het idee, wat als we ons verbond, ons contact met elkaar, als we dat nu op een groep gooien op Facebook. Waar andere mensen ook erkenning, herkenning, troost en een soort van inspiratie in vinden. Van "het wordt beter, vertrouw de tijd, het wordt beter".

En dan hebben wij een groep gemaakt.

Annemie: Een Facebook-groep?

Sabrina: Ja, een Facebook-groep. Een gesloten Facebook-groep. En ondertussen zijn wij al zoveel jaar verder, en zitten wij aan bijna 900 leden.

Annemie: Dat is veel he.

Sabrina: Ja, dat is veel en niet veel.

Annemie: Maar het geeft toch wel aan dat er nog heel veel mensen met de behoefte zaten aan erkenning en herkenning.

Sabrina: Ja, en willen lezen van "oh, bij jullie is dat ook zo".

Annemie: Dat is geruststellend he.

Sabrina: Ja, van "ik ben niet aan het gek worden, dat is normaal". Ik moet gewoon de tijd even, vertrouwen op de tijd dat het zo is, en dan betert het wel.

Annemie: Eigenlijk ben jij vanuit je verdriet, heel constructieve dingen gaan doen.

Sabrina: Ja, omdat mijn zoontje op een gegeven moment ook zei van, "mama, ik ben het enige kindje op de wereld zonder papa".

Annemie: Oh

Sabrina: En ik dacht zo van "oh, dat is niet zo", maar hoe kan ik hem dat duidelijk maken?

En dus vanuit het contact met die andere weduwen, en ook die andere kinderen, hebben we dat eigenlijk in een groep gegoten. En in het begin hebben wij heel leuke dingen gedaan samen, hebben wij de kinderen ook samengebracht. En ik heb gemerkt voor mijn zoon dat dat een heel troostende gedachte was.

Annemie: "Ik ben niet alleen"

Sabrina: Voila, en er zijn er nog heel veel in Vlaanderen, wie het ook overkomen is. Een gedachte van "ok, ik ben niet alleen. Het is ook daar, en daar, en daar!". En daarmee dat ik ook zeg van, dat is veel en niet veel. Want dat is maar het topje van de ijsberg, wie zegt dat iedereen ons vindt?

Of daar behoefte aan heeft...

Annemie: Of op zoek gaat op Facebook.

Sabrina: Ja, het is vrijblijvend.

Annemie: Maar in zekere zin ben jij wel rouw- en verdriet-experte geworden. Vanuit jouw persoonlijke ervaring.

Sabrina: Ja, goh ja. Ervaringsdeskundige inderdaad, als je het zo wil benoemen.

Annemie: Een ervaringsdeskundige zeker wel, met een heel grote wijsheid opgebouwd uit ervaring rond rouw en verlies.

Sabrina: Omdat je het zelf meegemaakt he. Ik zou het zo niet benoemen, maar dat is wel waar, omdat ik het zelf heb meegemaakt.

Annemie: Heb je nog plannen, om daar iets mee te doen?

Sabrina: Ja, de plannen zijn redelijk concreet maar ik moet enkel nog de tijd vinden om het uit te voeren. Ik zou heel graag, spreker worden op begrafenissen, omdat, ik werk heel graag met taal. Ik ben taalkundige van opleiding, ik geef nu Nederlands aan anderstaligen, dus ik ben graag met taal bezig. En ik heb gemerkt dat taal ook heel troostend kan zijn.

Annemie: Ja, woorden.

Sabrina: Woorden, teksten, niet alleen muziek maar ook het lied of een gedicht. Maar ook gewoon mensen die met je praten. Woorden kunnen heel troostend zijn. Dus ik zou graag andere mensen iets troostend kunnen aanbieden vanuit mijn ervaring. Een hele mooie tekst schrijven bijvoorbeeld, die op een passende manier voorlezen en die ook afgeven zodat de mensen die kunnen herlezen.

Op een passende manier een uitvaart begeleiden.

Annemie: Dat is héél waardevol.

Sabrina: Ja, ik zou het heel graag doen. Of het emotioneel lukt, dat weet ik niet. Omdat je daarnet vroeg van "heeft het een plaats gekregen", ja. Maar als je terug op een begrafenis bent, ik weet niet wat er met mij gaat gebeuren. Lukt het, lukt het niet, ik weet het niet, maar ik wil het wel graag proberen.

Annemie: Sabrina, uit de grond van mijn hart ik vind dat jij dit moet gaan doen. Ja, omdat ik denk, als ik jou hier zo zie zitten, dan heb je iets heel wijs, troostend, je hebt de gave van het woord en je straalt troost en zachtheid uit en ik denk dat jij dat heel goed zou doen.

Sabrina: Ja, ik denk het en ik zou dat heel graag doen. En vooral, ik ben er ook van overtuigd dat woorden zoveel betekenis kunnen hebben. Zeker als je er achteraf kan naar teruggrijpen.

En ik merk, de uitvaart van mijn man, die was heel sober maar heel mooi. Mooie muziek, mooie teksten, en ik ben daar heel blij om dat we dat toen zo gedaan hebben. Ik stond er op om zelf iets te zeggen, om zelf de muziek te kiezen, om zelf de teksten mee vorm te geven. Ik ben daar heel blij om en dat was ook een soort van afscheid. Dat was een persoonlijk afscheid en ik denk dat als ik mijn ziel. Allez, als ik iets doe dan leg ik daar mijn ziel in.

En als je die mensen kan helpen om die uitvaart zo mooi te maken, met de passende muziek en de passende woorden. Ik denk dat dat een heel mooi cadeau is van de overlevenden aan de overledene.

Annemie: Ja, en sterker nog denk ik zelfs, dat is ook bewezen, dat een mooi afscheid ook een hulpmiddel is bij de rouwverwerking. Dus als dat mooi gedaan is, dan krijg je eigenlijk een heel mooie opstap om die rouw goed te starten.

Sabrina: Ja absoluut, ik ga volledig akkoord.

Annemie: Sabrina, ik wens vooral anderen rondom jou toe, dat jij die stap gaat zetten.

Sabrina: Ja ja, maar vroeg of laat zet ik 'm. Maar ik ben niet zo'n... Ja, ik heb het soms moeilijk om uit mijn comfortzone te stappen, en iets te doen wat ik anders. Het is zo helemaal anders he, het zelfstandigenstatuut en kan ik daar van leven... Maar dat is zo meer het praktische he. Maar mijn gevoel zegt dat het wel gaat goed komen.

Annemie: Ja en daarnet heb ik geleerd om mijn gevoel te volgen want dat is een goeie raadgever.

Sabrina: Ja, dus ik ga dat doen. Het is alleen het juiste moment afwachten.

Annemie: Ja en mijn gevoel zegt, Sabrina, doen. Want jij gaat dat ongelofelijk goed doen.

Sabrina: Dankuwel Annemie.

Annemie: Danku voor dit gesprek.

Sabrina: Graag gedaan.